Als werknemer bouwt u in veel gevallen een pensioen op.

Ik ben een werknemer in loondienst. Wat is voor mij van belang?


Of u nu in loondienst bent of niet, u heeft recht op de AOW.

De basis is de AOW, het pensioen dat u van de overheid krijgt. Hoe zit dat precies in elkaar en waar staan al die afkortingen voor?

AOW is een volksverzekering waarvoor iedereen die rechtmatig in Nederland woont, verplicht verzekerd is. Er bestaat geen onderscheid tussen mannen en vrouwen of werkenden en niet-werkenden. Ook als u niet in Nederland woont, maar hier wel werkt en op grond daarvan onder de loonbelasting valt, bent u verzekerd.

Als u tussen uw 15e en uw 65e altijd in Nederland hebt gewoond, bent u doorlopend verzekerd geweest. U heeft dan recht op volledige AOW. Het AOW-pensioen wordt niet automatisch uitbetaald. U moet dat uiterlijk 3 maanden voordat u uw AOW-leeftijd bereikt, aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank.

De AOW-leeftijd wordt stapsgewijs verhoogd. U ontvangt uw 1e AOW-uitkering op de dag dat u de AOW-leeftijd bereikt.

Als u een uitkering heeft, stopt deze 1 dag eerder. Wanneer krijgt u uw AOW?

Of u nu in loondienst bent of niet, uw nabestaanden hebben recht op de ANW.

De nabestaandenuitkering ANW is een financiële ondersteuning van de overheid na het overlijden van een partner of ouders. De Sociale Verzekeringsbank voert de ANW namens de overheid uit. Als uw partner is overleden heeft u mogelijk recht op ANW.

Met de wizard kunt u nagaan of u in aanmerking komt. Ook wezen kunnen in aanmerking komen voor een uitkering.

De nabestaandenuitkering

Als nabestaande komt u in aanmerking voor een uitkering als u jonger bent dan 65 jaar en uw partner op de datum van overlijden verzekerd was voor de ANW. Daarnaast moet u ook aan één van de volgende voorwaarden voldoen:

  • u bent geboren voor 1950, of
  • u hebt een kind onder de 18 jaar, of
  • u bent voor tenminste 45% arbeidsongeschikt.

De ANW maakt geen onderscheid tussen gehuwden, geregistreerd partners of samenwonenden. Ook als u gescheiden bent van de overledene kunt u mogelijk in aanmerking komen voor een uitkering. De hoogte van de ANW-uitkering is afhankelijk van uw inkomen.

De wezenuitkering

Een weeskind komt in aanmerking voor een uitkering als beide ouders zijn overleden en de laatst overleden ouder op de datum van overlijden verzekerd was voor de Anw. De wees moet jonger zijn dan 16 jaar. In sommige gevallen is er recht op een uitkering tot 21 jaar.


ANW-uitkering geen vetpot

U kunt dus nu al nagaan of uw partner voor zo'n ANW-uitkering in aanmerking komt. Is dat niet zo? Heeft uw partner een eigen inkomen? Tref tijdig maatregelen tegen de financiële gevolgen van uw overlijden. Zo kunt u overwegen om bijvoorbeeld een ANW-hiaatverzekering af te sluiten.

Ons kantoor geeft geen advies op het terrein van het werkgeverspensioen. (Ook wel bekend als de 2e pijler). Wij bemiddelen ook niet. 

Op de website Wijzer in geldzaken, een initiatief van o.a. het ministerie van Financiën, vindt u alle relevante informatie over pensioen.

Ons kantoor geeft geen advies op het terrein van het werkgeverspensioen. (Ook wel bekend als de 2e pijler). Wij bemiddelen ook niet. 

Op de website Wijzer in geldzaken, een initiatief van o.a. het ministerie van Financiën, vindt u alle relevante informatie over pensioen.

Bieden de eerste twee pijlers u onvoldoende om tegemoet te komen aan uw wensen, dan kunt u zelf voor iets extra's zorgen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een koopsom, lijfrenteverzekeringen, spaargeld, aandelen en andere vormen van vermogen, zoals een een bancaire lijfrenterekening, eigen huis of bedrijf.

De derde pijler van het pensioengebouw, dat zijn dus aanvullende regelingen waar u zélf voor zorgt.

Lijfrenteverzekeringen

U kunt bijvoorbeeld een lijfrenteverzekering afsluiten. U betaalt dan maandelijks of jaarlijks een premie of stort een geldbedrag in één keer ('koopsom'). U koopt dan te zijner tijd bij een verzekeraar een periodieke uitkering. Zo'n uitkering wordt een lijfrente genoemd.

Lijfrenten - voor wie bedoeld?

Wie dienen aanvullende maatregelen te treffen?

  • Wanneer u zelfstandig ondernemer bent, heeft u geen werknemerspensioen en zult u zelf een aanvulling op de AOW moeten regelen.
  • Alle mensen die géén of te weinig inkomen hebben nadat ze stoppen met werken.

U kunt uw nabestaandenvoorziening verbeteren door zelf maatregelen te nemen. Als u goed voor uw nabestaanden wilt zorgen of als uw partner niet in aanmerking komt voor een (volle) ANW-uitkering, kunt u op verschillende manieren voor een aanvulling zorgen.

Risicoverzekeringen

Naast interen op het vermogen (als dat al aanwezig is) kan een risicoverzekering een uitkomst bieden. Er zijn vele vormen zoals een nabestaandenlijfrente, een ANW-gatverzekering of een kapitaalverzekering.

Nabestaandenlijfrente

Deze lijfrente is bedoeld voor de verzorging van nabestaanden. De ingangsdatum kan opgeschoven worden naar het tijdstip waarop het jongste kind 18 wordt (en het recht op een Anw-uitkering dus vervalt). Als de lijfrente wordt uitgekeerd aan uw kinderen, moet de uitkering eindigen bij hun overlijden of anders uiterlijk op hun 30e verjaardag.

1. Spaar met een lijfrente of basisrekening

Als u regelmatig geld opzij wilt zetten voor uw oudedagsvoorziening is een lijfrenteverzekering of een bankspaarrekening een optie. Met deze producten legt u regelmatig een bedrag in. Als u stopt met werken koopt u een lijfrente.

Met een lijfrenteverzekering of een bankspaarrekening kunt u gebruik maken van belastingvoordelen. Over de premie betaalt u geen inkomstenbelasting. Verder betaalt u geen vermogensbelasting over de spaarpot. Er is wel een grens aan hoeveel u elk jaar belastingvrij mag sparen: de jaarruimte.

Een lijfrente of bankspaarrekening kunt u vaak combineren met een overlijdensrisicoverzekering of een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dit kan financieel aantrekkelijk zijn. Maar...... het zijn ingewikkelde producten, laat u dus goed adviseren.

2. Koopsompolis

Een koopsompolis is een eenmalige storting. Voor een koopsompolis gelden dezelfde belastingvoordelen als voor lijfrentes en bankspaarrekeningen.

3. Zelf sparen en beleggen

U kunt ook zelf sparen of beleggen voor uw pensioen. Het voordeel hiervan is dat u altijd toegang hebt tot uw geld. Over uw spaargeld en beleggingen betaalt u vermogensbelasting. Er geldt een vrijstelling.

4. Hypotheek aflossen

Als u een hypotheek heeft die (deels) aflossingsvrij is, kunt u simpelweg meer gaan aflossen. U slaat twee vliegen in een klap: u verlaagt uw woonlasten en u spaart in de vorm van een stijgende overwaarde op uw huis.

5. De overwaarde van uw huis verzilveren

Overwaarde is gelijk aan de verkoopprijs min de nog af te lossen hypotheekbedrag. Bij verkoop van uw woning komt dit geld vrij tot uw beschikking.

6. Werken naast uw pensioen

En als u toch te weinig inkomen heeft, kunt u ook gaan werken na uw pensionering. Als u blijft werken na uw pensioendatum betaalt u wel inkomstenbelasting, maar de belastingtarieven voor gepensioneerden zijn wel veel lager dan voor mensen die nog niet met pensioen zijn.

Vraag bij Bruijns Assurantiën om een goéd advies!